De eerste frisdrank in Indonesië
In 2016 viert de allereerste frisdrank in Indonesië zijn
100ste verjaardag. Badak, zo heet de frisdrank, werd in 1916 voor het eerst
geproduceerd in de Noord-Sumatraanse stad Pematang Siantar. Badak, wat in het
Indonesisch neushoorn betekent, was erg populair ten tijde van het Nederlandse
koloniale bewind.
In 1916 richtte de Zwitser Heinrich Surbeck een fabriek
op in Pematang Siantar, een stad ten zuidoosten van Medan. Deze fabriek genaamd
NV Ijs Fabriek Siantar produceerde ijsblokjes en frisdranken van het merk
Badak.
Het is niet duidelijk waarom er voor Pematang Siantar is
gekozen als locatie voor de ijsfabriek. Waarschijnlijk ligt het aan de goede
kwaliteit van het water in deze stad. Ook woonden er in de omgeving van
Pematang Siantar rijke landeigenaren. Een potentiële markt dus voor de fabriek
van Heinrich Surbeck.
De zaken verliepen voorspoedig. De fabriek produceerde
zo'n 35.000 kratten Badak per maand. De frisdrank werd niet alleen verkocht in
Noord-Sumatra, maar ook op het eiland Java.
Badak werd geproduceerd in verschillende smaken zoals
sinaasappel- en druivensmaak. De populairste smaak was en is nog steeds
sarsaparilla. Sarsaparilla is een medicinale plant uit Zuid-Amerika. Het
extract van de wortel van de plant wordt gebruikt voor de frisdranken van
Badak.
De ijsfabriek in Pematang Siantar produceerde niet alleen
ijsblokjes en frisdrank, maar ook bruisend water en passievruchtsap onder het
merk Marquisa Sap. De sap werd geëxporteerd naar landen als Nederland, België
en Zwitserland.
Ten tijde van de Japanse bezetting en ook na het
uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid, zette de fabriek de productie
van frisdranken voort. Voor fabriekseigenaar Surbeck liep het echter niet goed
af. Hij werd vermoord door tegenstanders van het Nederlandse koloniale bewind.
De kinderen van Surbeck vluchtten naar Europa.
De leiding over de fabriek werd overgenomen door de
Indonesiër Elman Tanjung die sinds 1938 in de ijsfabriek van Surbeck werkte. In
1947 keerde Lydia Rosa, de dochter van Surbeck terug naar Indonesië. Zij
trouwde er met de Nederlander Otto. Lydia en Otto kregen de leiding over de
fabriek. Door de nationalisatie van buitenlandse bedrijven, droegen de twee in
1959 de leiding weer over aan Tanjung.
In 1969 werd de fabriek opgekocht door de Indonesiër
Julianus Hutabarat. In 1971 veranderde de naam van de fabriek in PT Pabrik Es
Siantar.
De ijsfabriek bestaat nog steeds. Alleen is de productie
van frisdranken sterk afgenomen. De fabriek produceert alleen nog Badak
sarsapilla en bruisend water. Deze dranken vinden nog steeds gretig aftrek in
Medan en Pematang Siantar. Ook in warungs in Jakarta gerund door Indonesiërs
uit Medan of Pematang Siantar staat Badak op de drankenlijst.