Hoe wordt die lekkere ketjap nu gemaakt en welke soorten zijn er?
Loop een
Indonesische toko binnen en de rijen vol flessen ketjap staren je aan. We gaan ‘ns
kijken in de geschiedenis van deze traditionele smaakmaker en we kijken ook eens
wat de verschillen tussen alle soorten ketjap zijn.
Van nasi
goreng tot aan babi ketjap en saté ajam: ketjap is met zijn zoet-zoute smaak
onmiskenbaar aanwezig in de Indonesische keuken. En ook op tafel trouwens, want
die fles wordt gewoon in het midden op tafel gezet tijdens de maaltijd. Vaak wordt
het gebruikt ter vervanging van zout, als marinade of smaakmaker, maar ook als
basis van sauzen, zoals satésaus.
Ketjap is
een Indonesische, gezoete sojasaus, die dik en stroperig is. Ondanks dat het
een sojasaus is, is ketjap wel degelijk anders dan de sojasaus die we uit
andere keukens kennen, zoals de Japanse en de Chinese.
De
verschillen zitten ‘m toch echt in de smaak; dat komt doordat de verhouding
tussen de ingrediënten anders is.
Je kunt het
ook zien aan de sauzen: de verschillende soorten ketjap zijn dikker en
stroperiger dan Japanse sojasaus en geven ook een mooie glans aan gemarineerd
vlees en sauzen.
Tip: in Engelse recepten kom je nog weleens ‘sweet soy sauce’ tegen als ingrediënt.
Daarmee wordt dus ketjap manis bedoeld.
Ketjap wordt
dus gemaakt van sojasaus. In de basis bevat sojasaus een mengsel van
soja(bonen) en tarwe, waar kruiden en zout aan worden toegevoegd. Sojasaus
maken duurt maanden, omdat het mengsel van de soja en tarwe moet fermenteren.
Daar komen die donkere kleur en smaak (umami!) vandaan.
Nadat de
sojasaus is gepasteuriseerd, heb je ‘rauwe sojasaus’, die wordt gebruikt om
sauzen van te maken. van sojasaus wordt ketjap gemaakt door toevoeging van
bijvoorbeeld palmsuiker, steranijs en laos.
Er zijn
verschillende soorten ketjap verkrijgbaar. Welke soort je gebruikt in een
gerecht, ligt deels aan het merk dat je koopt, maar vooral aan je eigen smaak.
Sommige mensen vinden ketjap medja de allerlekkerste, terwijl anderen ketjap
manis voor álles gebruiken. Het is vooral leuk om te experimenteren, te proeven
en er zelf achter te komen welke jouw favoriet is natuurlijk.
Hieronder
een handleiding voor wat houvast:
- Ketjap
manis: zoete ketjap
(manis betekent ook zoet) en de bekendste en meest gebruikte. Ketjap Manis is
heerlijk in bijvoorbeeld pastei met kip, marinade voor saté ajam (kipsaté) of
tempeh, in pindasaus en in vlees-, vis- of roerbakgerechten.
- Ketjap
asin: zoute ketjap,
lichter van kleur dan de manis en vergelijkbaar met Chinese sojasaus. Gebruik
‘m in de nasi of in soepen (bijvoorbeeld soto ayam) en sauzen. Net als ketjap
manis gebruik je ‘m ook als marinade voor saté en babi smoor, ter vervanging
van zout.
- Ketjap
sedang: dit is een
halfzoete ketjap, die minder zoet is dan de manis. Je zou het kunnen zien als
de meest neutrale soort (sedang betekent ‘gematigd’). Sommige mensen zeggen dat
deze ketjap de échte Indonesische smaak aan gerechten geeft. In hele oude
kookboeken (van voor de oorlog) werd met ketjap ook altijd ketjap sedang
bedoeld, en niet de ketjap manis die wij nu veelal gebruiken. Voeg ketjap
sedang toe als je wel een zoetje wil, maar niet te veel.
- Ketjap
kental: dezelfde smaak
als manis, maar dan dikker (er zit minder water in), zodat hij ingrediënten
meer bedekt. Kental betekent dan ook ‘dik’.
- Ketjap
medja: extra zoete en
extra dikke ketjap, door toevoeging van suikerstroop. Lekker in sambal goreng
tempeh (onze favo!), omdat deze ketjap het gerecht super sticky maakt.