De Indonesische keuken kent vele groenteschotels. Een belangrijk type groenteschotel is de rauwe of geblancheerde groente schotel.
De
Indonesische keuken kent vele groenteschotels. Een belangrijk type
groenteschotel is de rauwe of geblancheerde groente schotel. De bekendste zijn
de gado-gado en petjel.
Elk met zijn
eigen specifieke ingrediënten, bereidingswijze en pindasaus.
Petjel is een Oost Javaanse variant van de
gado-gado. Het verschil is met name de saus. De petjelsaus is veel pikanter dan
de gado gado saus. Verder wordt petjel meestal met gewone witte rijst
geserveerd.
Gado
betekent letterlijk ‘mix’ of ‘mengsel’. Gado-gado is het meervoud en
betekent dus ‘mengsels’. Het is een traditioneel gerecht uit de Indonesische
keuken en bestaat uit een mengsel van diverse groenten, tempé en/of tahoe,
gekookte eieren, longtong én pindasaus.
Zoals met de
meeste gerechten uit de Indonesische keuken kent elke streek zijn eigen
variant.
In Oost Java
bijvoorbeeld worden eerst de diverse groenten en andere ingrediënten op een
bord geserveerd waarna er de Gado Gado saus overheen wordt gegoten, gegarneerd
met sjalotjes en emping kroepoek (de gado-gado Siram).
In West Java
wordt eerst de pinda’s en specerijen in een vijzel fijn gemaald en dit mengsel
door de geblancheerde groenten heen gemengd en soms ook meegebakken en dan pas
op een bord uitgeserveerd.
In Jakarta
kent men de gado-gado boplo en die wordt geserveerd met een saus gemaakt van
cashew noten. En zo zijn er vele, vele varianten van dit populaire gerecht.
Je kunt het
in Indonesië dan ook bijna overal kopen. Elk eetstalletje op straat (de Warung)
of restaurant heeft zijn eigen variant gado-gado. En als je gewoon een beetje
malas (lui) of geen zin heb, dan ga je gewoon naar de toko.
De Gado2
saus en petjil saus kan je bij de toko kopen en heeft een heerlijke smaak.
Ze is iets
milder van smaak dan de gewone pindasaus. Wel zo makkelijk.